kieskast
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Deel 1: Beschrijving van scenario (omgeving en situatie)

3 punten

 

Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt.

Is het buiten, binnen, warm, koud, dag, nacht, zonnig of regenachtig? Hoe ziet het eruit? Wat is er gebeurd? Waarom of waardoor is het gebeurd? Hoe voelt het?

 

Deel 2: Beschrijving van de personages

3 punten

 

Beschrijf de personen die mee doen in je scene. Wie zijn ze? Hoe denken ze, wat vinden ze van de situatie, wat kunnen ze aan de situatie doen? Denk ook aan typische dingen zoals bijvoorbeeld: een hoge stem hebben, nerveus zijn, snel boos zijn, overal grapjes over maken, onnozel zijn, dialect spreken.

(Advertentie)
Klaar? Mail de juf! Brin of schrift? Zet het erbij!

Deel 3: Scene (geschreven in de directe rede)

4 punten


Schrijf de scene in de directe rede. Beschrijf ook de manier waarop het gezegd wordt en wat erbij gedaan wordt (zonodig).

Je mag je Meesterproef in het taalschrift maken, maar je mag het ook op de iPad in Pages maken en dan via Showbie aan mij laten zien. Let erop dat je 3 verschillende beschrijvingen maakt.


Is het klaar? Geef het aan mij door!

(Advertentie)

-Denk aan het gebruik van hoofdletters!

 

-Denk aan het gebruik van leestekens. Als je niet meer weet hoe het moet dan pak je boek E1 er bij.

 

-Wees compleet en beschrijf duidelijk zodat ik (of een andere lezer) begrijpt wat je bedoelt.

 

-Denk om de spelling!

Ik hartje oost.... door kinderen gemaakt
(Advertentie)
(Advertentie)
Hoe staat het met je Rekentuintje? Klik op het plaatje!
Heb je je Nieuwsbegriptekst al gemaakt? Klik op het plaatje.
(Advertentie)
Heb je al gebloond? Klik op het plaatje.
Een toneelstuk schrijven...hoe doe je dat?
Een toneelstuk maak je zo...